Wij leerde Stavelot kennen na de eerste lockdown in de zomer van 2020. 

Klein gezellig stadje

Stavelot is een heel klein gezellig stadje naast de F1 circuit van Franchorchamps. Centraal in het centrum van het stadje staat de Abdij van Stavelot. In de Abdij zijn momenteel 3 musea’s ondergebracht. Zo heb jet het ‘Historsich Museum van het vorstdom Stavelot-Malmedy, Guillaume Apollinaire Museum en het museum van het circuit van Spa-Franchorchamps. Tijdens het regenweer zeker een bezoekje waard aangezien je voor de 3 musea’s een goedkoop combi-ticket kunt bemachtigen. In de zomer worden in de Abdij ook concerten in openlucht gegeven en staat de boekmark erom bekend ook zijn staanplaats te hebben langs de Abdij.

De centrum is klein maar fijn. Naast de Abdij heb je enkele gezellige cafés, hotels en restaurants. Zou hebben wij afgelopen zomer vertoefd op het terras van L’Auberge Saint Remacle waardat je verschillende lokale bieren kan proeven zoals Vieux Salme en de Pré Messire. De lokale frituur (Frituur Sebastien) valt ook in de smaak alhoewel wij altijd liever ter plekke blijven eten. Het handige aan deze frituur is dat je ook via hun website kan bestellen en dan

Blancs Moussis

Als je dacht dat Aalst de enigste echte carnavalstad was ben heb je het goed mis. In Stavelot hebben ze namelijk hun eigen folklore carnaval. Ieder jaar, met halfvasten de 3de zondag voor Pasen, ontvangt Stavelot tienduizenden bezoekers ter gelegenheid van de grote carnavalstoet van de Laetare.

De geschiedenis van ‘De Laetare & de Blancs Moussis’ is nauw verbonden met elkaar. De Blanc Moussis zou een reactie zijn op het bevel van Guillaume De Manderscheidt (Prinsabt van abdij van Stavelot) die zijn monniken in 1499 verbood om naar het carnaval te gaan. De inwoners van Stavelot werden toen al spotters genoemd maakte het verbod ronduit belachelijk door deel te nemen aan carnaval gekleed met een witte monnikskap en rode lange neus.